Dirk de Klein

Wijk bij Duurstede

Rorik, de Viking door H.W.Koekkoek,                    1912

 

Veepest, gravure 1745,

Jacobus Eussen

De dynastie van de familie de Klein begint in Wijk bij Duurstede op 29 oktober 1809 als Dirk de Klein  trouwt met Dina Knoop.                                                           

Dirk is waarschijnlijk geboren rond 1780 in Castrop-Rauxel Noord-Rijnland, Westfalen, Duitsland.

Waarschijnlijk .......... in zijn overlijdensakte staat in 1847 dat hij 80 jaar oud is. Dan zou hij in 1767 zijn geboren en 16 jaar ouder zijn dan Dina ! Uit de geboorte- en overlijdensaktes van zijn kinderen is echter op te maken dat hij tussen 1775 en 1786 geboren moet zijn. Bij het huwelijk van zoon Dirk en Gijsje Olthof in november 1839 is hij 64 jaar; bij de geboorte van dochter Dorothea in december 1827 staat vermeld dat hij 50 jaar is. Wellicht wist de aangever van zijn overlijden, zijn zoon Casper, het ook allemaal niet zo goed ! Zowel Dirk, Dina als hun kinderen konden immers niet lezen of schrijven. Het doorspitten van kerkboeken in het bisdom Munster heeft vooralsnog geen Dirk de Klein opgeleverd ! 

In dezelfde overlijdensakte staat dat hij geboren is en gewoond heeft in Wijk bij Duurstede. Terwijl in de ondertrouwakte met Dina van 1809 staat dat hij uit Sasterop komt........  

Dina is geboren in 1783 in Wijk bij Duurstede, buiten het Rijnpoortje. Daar wonen de allerarmsten voor wie de huur binnen de stadspoorten te hoog is.....                            Zij heeft al een dochter Barta, geboren in 1807, waarvan Bart van de Weerd als vader wordt vermeld. 

Dina trouwt een Duitse man, maar ook haar grootvader Caspar Knoop/Knöper/Knaub/Knob is in 1715 in Gesmold, Duitsland geboren !  

Dirk is ongeveer 150 km van huis ! Hij is net als veel andere Duitse mannen vanuit Westfalen naar Holland getrokken. Waarschijnlijk op zoek naar werk en betere leefomstandigheden. Hij is arbeider van beroep.

De Klein wordt in diverse aktes ook geschreven als de Klijn en de Kleijn, zelfs als te Klein ! Zo'n verschil in schrijfwijze kon gemakkelijk ontstaan. Bijvoorbeeld omdat er nog geen landelijke spellingafspraken waren, door verschil in interpretatie van de herkomst of doordat degene die de naam noteerde eenvoudig letterlijk opschreef wat hij hoorde. Ook Dina is hier een sprekend voorbeeld van ! Haar naam wordt in akten geschreven als Lambardina, Lambartina, Lamberdina, Lamartina, Bernardina,  Bardina, Diene, Dina, Diena, Lamberta en Lamardina ! Zomaar elf variaties op één naam.................  Dina en Dirk krijgen elf kinderen, waarvan er vijf in hun eerste levensjaren overlijden. De overige zes zijn vier meisjes en twee jongens : Casper en Dirk. Deze twee hebben gelukkig voor mannelijk nageslacht gezorgd en zo de familietak voort laten bestaan. 

Oudste kind Hanna (1810-1848) wordt  jong weduwe  door het overlijden van haar man Joannes van de Leemkolk.

Wanneer zij zelf een jaar later overlijdt zijn haar kinderen Joseph en Dirk jong wees. Zij zijn dan 10 en 7 jaar oud. Met Dirk is het slecht afgelopen. Hij wordt veroordeeld door de rechtbank van Utrecht, vermoedelijk voor bedelarij en landloperij, Hij overlijdt op 30 jarige leeftijd in de strafkolonie in Ommerschans.                             

Zoon Casper (1812-1866) trouwt in Wijk bij Duurstede met Catharina van Dort (1818-1908). Zoon Dirk (1815-1887) trouwt met Gijsbertha Olthof (1817-1887).           

Casper en Catharina krijgen negen kinderen. Drie jongens, Dirk (*1840), Cornelis (*1842) en Theodorus (*1849) worden volwassen, trouwen en zetten het geslacht voort.

Opmerkelijk : Dirk trouwt drie keer. De laatste keer in 1920 (hij is dan bijna 80) met de ruim 30 jaar jongere Geertruida Maria van der Maat ! Zij wonen bij zijn overlijden in 1923 aan de Hofsteeg in Wijk bij Duurstede.

Voor deze stamboom zijn Dirk de Klein (*1815) en    Gijsje Olthof (*1817) van belang. Dirk is een zoon van Dina en Dirk. Gijsje is de kleindochter van Heinrich Althof en de dochter van Willem Althof/Olthof uit Neuhaus, Duitsland ! Dirk en Gijsje zijn dus beiden directe nakomelingen van Duitse immigranten !       

Hoe hebben zij elkaar leren kennen ?                              Hadden Duitse immigranten in Nederland onderling contact ? De afstand tussen Neuhaus (anno 2006 een dorpje van 34 inwoners !) en Castrop is ongeveer 130 km. Het lijkt me niet aannemelijk dat ze elkaar daarvan kennen. De afstand tussen Werkhoven en Wijk bij Duurstede is zo'n 10 km.         

Dirk en Gijsje zijn de grootouders van opa Dorus de Klein. Zij trouwen in 1839 in Wijk bij Duurstede. Gijsje is geboren en getogen in Werkhoven en het paar gaat daar wonen. Hun elf kinderen zijn ook in Werkhoven geboren : 

Dirk in 1840, Cornelia in 1841, Willem in 1844, Gardina in 1846, de tweeling Jan en Jannigje in 1849, Elizabeth in 1852, Gerrit in 1853, de tweeling Kasper en Pieter in 1856 en Elisabeth in 1858. Van de zes jongens is Gerrit jong overleden. De overige vijf trouwen en krijgen kinderen.

Jan de Klein (*1849) is de vader van opa Dorus. Hij trouwt in 1886 in Werkhoven met Maagdelien Edelbroek (*1865).                                 

Jan en Lientje krijgen acht kinderen : Gosiena in 1888, Mechtelina in 1890, Theodorus (Dorus) in 1891, Stephanus in 1893, Johannes in 1895, Petrus in 1897, weer een Petrus in 1898 en Lambertus in 1901.

Dorus de Klein trouwt met Coba van Haastrecht en zij krijgen elf kinderen : Lina in 1918, Johan in 1921, Janna (zij trad in het klooster) in 1922, Coba in 1923, Door in 1924, Theo in 1925, Ali in 1927, Trees in 1928, Stef in 1930, Jan in 1933 en Gijsje in 1935. Zij groeien op in Odijk.                                                   

Tussen de kinderen onderling zit steeds ongeveer anderhalf jaar. Sommigen van hen kregen ook negen of tien kinderen. Toen oma de Klein in 1968 overleed had zij 73 kleinkinderen !!!

 

Dorestad was een van de belangrijkste en succesvolste handelsplaatsen van Noordwest-Europa van het einde van de 7e eeuw tot het midden van de 9e eeuw. Het lag waar nu het huidige Wijk bij Duurstede ligt in de splitsing van de rivier de Rijn met de Lek bij overblijfselen van een voormalig Romeins castellum. Mogelijk was er lintbebouwing langs de rivier van wel drie kilometer met honderden huizen en duizenden bewoners. Dorestad had een verbindingsroute via de Kromme Rijn, Utrechtse Vecht naar Almere en zo naar de Friese gebieden en de Wadden. Een andere route was een verbinding met het Duitse Rijnland en via de Rijn met Scandinavië en het Oostzeegebied. Een derde route liep via de Lek naar de kust.                         

Aan het eind van de 9e eeuw raakte Dorestad in verval. Het is niet duidelijk wat de precieze oorzaken zijn, maar  door het verzanden en verplaatsen van de Rijn werd de handel onpraktisch en diverse plunderingen door Vikingen hebben waarschijnlijk een rol gespeeld. Mogelijk ook politieke redenen : een verschuiving in de machtsverhoudingen doordat het Karolingische rijk uiteenviel en desinteresse van de kerk en elite doordat Dorestad geen kerkelijk centrum was geworden. Deze elementen hebben mogelijk meer of minder bijgedragen aan het verval van Dorestad. Dit verval betekende groei voor Tiel, Deventer en Utrecht.

Wijk bij Duurstede kreeg in 1300 stadsrechten. De stad werd in eerste instantie vermeld als 'Villa Wijc', maar vanaf 1320 als 'Wiic bi Duerstede' naar kasteel Duurstede (bouw begonnen in1270). Duurstede is waarschijnlijk weer een verwijzing naar Dorestad. Er was een sterke band met de adellijke familie Van Zuylen die meerdere kastelen in Nederland bezat. In het gemeentewapen komen de drie zuilen van het familiewapen terug. In de middeleeuwen was Dorestad het centrum van scheepvaart en handel.   

Waarschijnlijk is kort na 1300 ter verdediging van de stad begonnen met een aarden omwalling en omgrachting. Bij dit laatste is deels gebruik gemaakt van oude rivierbeddingen. Vermoedelijk werd in het midden van de 14e eeuw begonnen met de stadsmuur met zes stadspoorten en veertien muurtorens. In de loop van de tijd zijn deze, met uitzondering van de Leutherpoort aan de oostzijde, afgebroken. Van de middeleeuwse ommuring bestaan nog enkele stukken. In de nauwe straatjes van de stad staan nog veel huizen uit de 16e eeuw. 

Jacob van Ruisdael schilderde de molen van Wijk bij Duurstede. Hij liet echter de stadspoort en stadsmuur weg. Kasteel Duurstede is duidelijk zichtbaar. Het gemeentebestuur gaf in 1817 toestemming om de molen te slopen. Fundamenten zijn nog te zien Langs de Wal ter hoogte van nr 53. De runmolen 'Rijn en Lek' werd omstreeks 1659 gebouwd en was oorspronkelijk bedoeld om run te malen. Run is gemalen eikenschors en wordt gebruikt als grondstof om leer te looien. De huid gaat dan niet rotten en wordt niet hard. Na de sloop van 'de molen van Ruisdael' werd de poortmolen omgebouwd tot korenmolen. Het is de enige molen in Nederland die werd gebouwd op een oude stadspoort. In de loop van de 17e eeuw liep het inwoneraantal van Wijk terug naar ongeveer 2000. Mede door de pest (mogelijk stierf 10 tot 15% van de inwoners) werden meer mensen begraven dan gedoopt. Veel huizen stonden leeg. De vroedschap probeerde mensen te verleiden zich in Wijk te vestigen door allerlei belastingvoordelen te geven.   

Mogelijk is dit de reden waarom Dirk in Wijk is gebleven. Aan nieuwkomers werd één voorwaarde gesteld : zij mochten geen 'mechanique neringe off handwercken' uitoefenen. Dit om blijkbaar de nog steeds machtige gilden te beschermen.                       

De slechte economische situatie van de stad zette zich voort in de 18e eeuw : veepest, dijkdoorbraken en stormwinden teisterden de stad. Ter bestrijding van de veepest werd een importverbod op vee ingesteld en bakkers werd aangezegd hun brood niet langer vol te stoppen met zemelen vanwege de gestegen graanprijzen. Het aantal regenten werd verminderd. Volgens veel mensen was de reden van al deze ellende  'Gods slaende hand'. De vroedschap droeg de bevolking op

'dat sij wel ernstich in haar gebed van de Almachtigen God vurrlichlick bidden en smeeken dat het sijn wel behagen mochte sijn van dese en andere oordelen te doen cesseren en ophouden'.

Uit angst voor veepest kwam er in 1839 een verbod op het vermalen van botten tot beendermeel waarmee traditioneel de grond werd bemest. Direct ten noorden van Wijk bij Duurstede werden zeer grote hoeveelheden oude botten in de grond begraven. Maar ook veel ander materiaal ging daar de grond in. Bij archeologische opgravingen in 1842 kwamen veel vondsten aan het licht.                                 

Pas halverwege de 19e eeuw werd vooral door de komst van steenfabrieken de economische stilstand omgezet in langzame vooruitgang. Maar vergeleken met de rest van Nederland bleef de groei minimaal. Vanaf het einde van de 19e eeuw kwam er meer bebouwing buiten de singels. Na WO II breidde Wijk bij Duurstede uit met vijf wijken en werden de gemeenten Cothen en Langbroek toegevoegd.

 

Bronnen :

* https://www.wieiswie.nl

* https://openaccess.leidenuniv.nl

* https://nl.wikipedia.org/wiki/Noviomagus

* https://absolutefacts.nl

* https://www.rhczuidoostutrecht.com

* https://www.genealogieonline.nl

* www.hetutrechtsarchief.nl

 

 

 

 

 

 

 

Boven : dagje uit met geleende auto van Nefkens in 1952 met Coba en Han Peperstraten

Trouwinschrijving Dina en Dirk,1809

Kaart van Bleau, 1695

Fibula (speld) uit ongeveer 500. Gemaakt van zilver en ingezet met een parel en een rode halfedelsteen uit India. Gevonden door Ronald Dorresteijn (Nikki !!!) in Wijk bij Duurstede in 2017

Gemeentewapen sinds 1816

De molen van Wijk bij Duurstede door Jacob van Ruisdael, ongeveer 1670. Hij was de enige die zijn familienaam met een i schreef. Het schilderij hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Het is een gecomponeerd schilderij. In werkelijkheid was de molen minder imposant en stond het op de middeleeuwse stadsmuur. 

Op deze plek stond de molen die Jacob van Ruisdael schilderde. Dit voetstuk is het restant van de toren in de middeleeuwse stadsmuur waarop de korenmolen in 1644 werd gebouwd. Er werd graan gemalen; later werd het een oliemolen. Omdat het stond op oorspronkelijk een oud verdedigingswerk, waren de muren dik en was er weinig binnenruimte. Dina en Dirk woonden aan de Vlierstraat, een steegje achter de molen.

                                                         Zij en hun kinderen moeten hier  gelopen hebben !

                                                                                                 eigen foto 2019                                                                                                                                                                                                                                                                     

De Veldpoort in 1870

Het was de toegangspoort vanuit Utrecht. Gebouwd    omstreeks 1350 en afgebroken in 1871. 

Vondsten uit 1842

     Van 1885 tot april 1931 reed er een stamtram door Wijk. In                                                                  1937 werden de rails afgebroken.                                                                                                                                                              

Maak jouw eigen website met JouwWeb