Odijk

(Op zijn Utrechts : Ojuk !)

Odijk, 1583

Het witte kerkje met schoorsteen aan de Zeisterweg, ongeveer 1930. Op zaterdag moest de koster de kolenkachel aanmaken om de kerk te verwarmen voor de kerkgangers van zondag. Het gebeurde meermalen dat de kerk op zondagmorgen vol rook stond. Alle deuren werden dan geopend om de rook (en ook de warmte !) uit de kerk te laten trekken. Na aanleg van hete luchtverwarming was het leed geleden. 

Op het kerkhof achter de kerk zijn tante Lina en ome Stef begraven. De laatste jaren woonden zij er tegenover in een oud boerderijtje aan de Zeisterweg.

Reliekschrijn waarop Heribert staat afgebeeld die om regen smeekt, ongeveer 1150, te vinden in de abdijkerk van Deutz.

De Meent

Drogisterij en schildersbedrijf van tante Lina en ome Stef aan de Meent, 1986.                    Stef Sterkenburg was een van de oprichters van de Middenstandsvereniging Odijk in 1969. Op de foto is goed te zien dat de drogisterij vòòr het ouderlijk huis van ome Stef is gebouwd.

Willem Sterkenburg en zijn vrouw. De schoenmakerij was aan de achterkant van het woonhuis aan de Meent, 1920.

Garage de Klein,1986

Op deze plek staat anno 2019 supermarkt Jumbo.

Rond 950 wordt de naam Odijk voor het eerst genoemd. In de goederenlijsten van de Sint Maartenskerk staat dan Iodichem. Uit deze lijst blijkt dat de kerk een derde van het gebied in bezit heeft en de overige tweederde in bezit is van aartsbisschop Heribert van Keulen. Bij de schenking aan Heribert wordt al gesproken van een curtis, waarschijnlijk in de buurt van boerderij het Burgje aan de Burgweg. Na enkele eeuwen komt de heerlijkheid Odijk door verkoping en verpanding in handen van de heren van Vianen. Zij gaven hun rechten al eeuwen door aan een tak van de Oranje-Nassaus, die waren beleend met kasteel Beverweerd.                                     

Het dorp zelf ontstond zo'n 500 meter verder op een stuk gemeenschappelijke grond vlakbij de kerk, de Rietmeent. Aan het eind van de Middeleeuwen ontstond hier wat bebouwing, vermoedelijk illegaal.  Maar doordat dit gedoogd werd kon deze bebouwing uitgroeien tot een kern. 

Odijk heeft een rijksmonument, de Sint Heribertkerk  dat in de volksmond het Witte Kerkje wordt genoemd. Het staat op de plek waar vanaf 1230 een andere kerk heeft gestaan en waarvan de fundering nog in de kerk zit. Deze kerk leek veel op de Stevenskerk in Werkhoven. In 1547 is het koorgedeelte van het Witte Kerkje vergroot en vernieuwd o.a. dankzij giften van de Heer van Beverweerd en Odijk. In de eeuwen daarna raakt de kerk in verval en bij een fikse storm in 1818 wordt het gebouw zwaar beschadigd. De toren en schip worden afgebroken. Onder het grind en het schapenweitje liggen nu nog de resten van de oude kerk. Daarna is dit hervormde kerkje regelmatig gerestaureerd.

In 1748 telde Odijk 57 huizen, honderd jaar later 58 !  In 1859 waren er 451 inwoners en in 1941 489. Pas na de tweede wereldoorlog kwam de groei. In 1957 werden er 92 nieuwe woningen gebouwd en in 1960 kwamen daar nog eens 61 bij. In 1964 en in 1969 nog twee wijken. Vanaf 1981 werden in het plan Dalenoord 1000 eengezinswoningen bijgebouwd. Bijna alle nieuwbouw werd ten noorden van de Meent gerealiseerd.

Er was altijd veel contact met Bunnik. Voor het gemeentehuis, de rooms-katholieke kerk, scholen en het verenigingsleven konden de inwoners van Odijk daar terecht. In 1964 werden Bunnik, Odijk en Werkhoven samen gevoegd tot één gemeente Bunnik.

 

De oude grindwegen in Odijk moesten geregeld worden bijgewerkt. Daarvoor werd op diverse plaatsen langs de weg een voorraad grind bewaard om ontstane gaten in de weg mee op te vullen.  De officiële titel van degene die voor het onderhoud van de wegen zorgde was kantonnier, maar werd in Odijk moppenschopper genoemd !                                 

Een van die grindwegen was de Meent. De Meent heeft in de geschiedenis diverse namen gehad : Dorpsstraat (zo heette het toen mijn moeder er in 1928 werd geboren), maar ook Grindweg, Rietmeent, het Smallepad, Zandweg naar Utrecht en Voordijk.

Aan de Meent woonden, behalve opa en oma de Klein, ook tante Gijsje met ome Kees van Zelst, tante Coba met ome Han Peperstraten, tante Door met ome Jan Edelbroek, tante Lina met ome Stef Sterkenburg.           

Maar ook ome Theo de Klein met tante Willy en ome Johan de Klein en tante Bets met hun gezinnen. Bij elkaar misschien wel 50 personen !                                   

  De broers Theo en Johan hadden er een garagebedrijf. Zij woonden met hun grote gezinnen naast de garage in gespiegelde, bijna identieke huizen. Eerst was het bedrijf dealer van Daf, later van Volvo.

De Meent is onherkenbaar veranderd. ..........                   

Ons Genoegen, de Grindweg, het Hoggie en de groentetuinen zijn gekaapt door winkels, auto's en parkeerplaatsen.........

 

Bronnen :

* https://www.rhczuidoostutrecht.nl

* Odijk en Werkhoven in oude ansichten, Europese   bibliotheek Zaltbommel

* https://nl.wikipedia.org/wiki/Odijk

* https://www.pknodijk.nl/wittekerkje.php

* https://nicolaaskerkodijk.nl/geschiedenis

* www.geschiedenisvanodijk.nl

* www.hetutrechtsarchief.nl

Boven : Het ouderlijk huis anno 1950, geschilderd door Theo de Klein

De Meent 1895-1900

                         De Meent. Uiterst links het postkantoor tevens woning van de dorpsagent, Daarnaast de school. In de school zat  in de rechter zijmuur een deur die toegang gaf tot een cel. De dorpsagent kon hier tijdelijk een verdacht persoon opsluiten. Op de voorgrond een hondenkar, 1905.

De Meent, rechts een nog te repareren wagen voor de wagenmakerij van Jan van Polen. Helemaal links een stukje van de gemeenteschool. De grond ervoor werd het Hoggie genoemd, omstreeks 1910.

Helemaal rechts de latere woning van opa en oma. Hier nog manufacturen-en huishoudelijke artikelenzaak van Jan Wijnen. De postbode bezorgt de post per fiets,1910.

Rechts nogmaals de manufacturenwinkel. Bestellingen werden per fiets bezorgd, zowel in Odijk als in de wijde omgeving. Met fiets weduwe Edelbroek. Zij bewoonde met haar dochter Rie het achterste gedeelte van de woning. Het kind is Rie zelf ! De vader van Rie was teruggekomen uit Atjeh met malaria en overleed toen Rie een half jaar oud was. De moeder van Rie hertrouwde na een aantal jaren met ene van Denderen, een weduwnaar met drie kinderen. Rie en Piet Merkenhof werden later hele goede vrienden van mijn ouders.

Odijkse kinderen voor de onderwijzerswoning van meester Hol op de Meent, 1909

Het Hoggie tussen 1940 en 1960. Door het ontbreken van riolering stond dit deel van de Meent bij hevige regenval altijd onder water. Dit tot groot vermaak van de kinderen. In de deuropening mevrouw Gijsbertsen, de buurvrouw. Uiterst rechts de school..