Dorus de Klein
Transportbedrijf Theodorus de Klein
Opa rookte sigaren. Wanneer mijn vader van een klant een sigaar kreeg, bewaarde hij deze voor zijn schoonvader. Zij konden heel goed met elkaar overweg. "Ik heb meer aan jouw vader dan aan mijn eigen vader" zei Peter weleens tegen Trees. Het overlijden van Dorus kwam onverwacht snel en was een enorme klap !
Katholiek in Odijk
Opa met Chevrolet, waarmee ook taxi werd gereden.
Links bolwerk
Op bezoek bij Janna/tante zuster/zuster Jacobien in 's-Hertogenbosch.
Zij was toegetreden tot de congregatie 'dochters van Maria en Joseph', beter bekend als 'zusters van de Choorstraat'. Deze congregatie vestigde zich in 1820 in 's-Hertogenbosch. Het oudste deel van het gebouw dateert uit 1844. In 1911 werd daar de kweekschool, het klooster en de muloschool aan toegevoegd. Het werk omvatte ziekenverpleging, onderwijs, bejaardenzorg, hulp aan doven-en slechthorenden en verstandelijk gehandicapten. Deze activiteiten vonden plaats in Nederland, maar ook in Brazilië, China, Indonesië en Congo.
Haar zus Ali woonde een tijdje intern om de kweekschool te kunnen volgen.
Op de foto naast oma oom Gerard Rinkes, echtgenoot van tante Ali; naast tante zuster ome Stef Sterkenburg, de man van tante Lina.
Een paar keer per jaar gingen we op een zondag op bezoek. Zodra we Den Bosch naderden speelden we het spelletje : wie ziet het eerst de gouden draak ?
Tussen de middag aten we daar warm : soep, vlees, groente, aardappelen en een toetje. Ik vond het heerlijk !
Jarenlang heb ik non willen worden !
Theodorus Johannes de Klein (Dorus) is geboren in Werkhoven op 27 november in 1891. Hij trouwde 28 september 1917 ( in de eerste wereldoorlog !) in Leiden met Jacoba Paulina van Haastrecht. Theodorus is geboren in een gezin met 8 kinderen : Petrus (maar één jaar oud geworden), Lambertus (Bart), Gosiena, Johannes, Stephanus, Mechtelina en nog een Petrus. Zowel zijn vader Jan de Klein als zijn moeder Maagdelien (Lientje) Edelbroek zijn geboren en getogen in Werkhoven.
Tegenwoordig liggen de verhoudingen anders, maar in 1900 woonden er twee keer zo veel mensen in Werkhoven als in Odijk :
Bunnik 1237 inwoners
Odijk 428 inwoners
Werkhoven 977 inwoners.
Dorus en Coba hebben elkaar leren kennen in Bodegraven op verjaardagen van een gemeenschappelijk familielid. Het was in die tijd niet gebruikelijk om op een meisje van buiten het dorp verliefd te worden. Sommige meisjes hadden ook een oogje op Dorus en waren jaloers. "Wat moet je met een meisje die hier niet vandaan komt !" Zo vaak hij kon ging hij op zondagen Coba opzoeken. Dit betekende lopen van Werkhoven naar het station van Bunnik, vandaar met de trein naar Leiden en 's avonds weer terug. Begrijpelijkerwijs was de verkeringsperiode kort.
Het paar ging wonen aan de Dorpsstraat/hoek Boomgaardweg in Odijk. Later veranderde de straatnaam in de Meent. Voor 50 cent per week konden ze deze woning huren.
Meubels en spaargeld hadden Dorus en Coba niet. Zowel van Coba als van Dorus waren de vaders vroeg overleden. Beide moesten al op jonge leeftijd meewerken om samen met hun moeders de kost te verdienen voor het gezin. De woning aan de Meent was slecht en zelfs onbewoonbaar verklaard. Water haalde Coba uit de pomp die achter de school aan de overkant van de straat stond. Het afvalwater mocht ze in de sloot lozen. De was voor een groot gezin was een hele klus ! In 1929 verhuisde het gezin met dan al acht kinderen naar een woning aan de overkant van de straat. Het achterste deel werd verhuurd aan de familie van Beek; in het voorste deel woonden ze zelf. Opa groef en metselde eigenhandig een kelder onder het huis. En maakte buiten een waterput met pomp. Met een houten deksel erop zodat de kleintjes er niet in konden vallen. Elektriciteit was er niet, een olielamp zorgde voor licht.
Dorus werkte vanaf zijn 12e jaar bij een aannemer in Wijk bij Duurstede. Vanuit Werkhoven ging hij daar lopend naar toe. Dat betekende om half 6 op, om 6 uur vertrekken en om 7 uur beginnen ! Later ging hij werken bij houthandel van Dam in Bunnik. Hij verdiende na verloop van tijd negen gulden per week. Om meer te verdienen voor zijn gezin haalde hij daarnaast met zijn transportfiets melkbussen op bij de boeren en bracht deze naar de melkfabriek in Zeist. Later schafte hij een paard en wagen aan en stopte met werken bij van Dam. Na enige jaren ruilde hij bij Jongerius, een Ford-zaak in Oudenrijn, paard en wagen in en kocht hij van geleend geld een Ford pick-up. De eerste Odijkenaar met een (vracht)auto ! En telefoon !
Dorus was een ondernemende en hardwerkende man. In de oorlog had hij samen met zijn zoons op de zolder van de schuur een soort fiets gemaakt waarmee je door te trappen stroom opwekte, die weer werd opgeslagen in een accu. Regelmatig moesten de kinderen op zolder een half uurtje trappen.
Ook zat Dorus in het fruit : plukken, sorteren, inkuilen, weer sorteren en naar de veiling in Bunnik brengen. De kinderen werkten volop mee. Voor het huis lag een grote tuin. In de herfst werden hier de appels ingekuild. Ter hoogte van de school lag aan de Meent een tuin die eigendom was van de Hervormde Kerk. Alhoewel hij katholiek was kreeg Dorus het voor elkaar dit stuk te huren ! Als een van de eerste Odijkers had hij een (vracht)auto en telefoon.
Hij was een verhalenverteller op verjaardagen. "Altijd gezellig als ome Dorus er was," aldus Bas, kleinzoon van Bart de Klein. Dorus vond het geweldig om de feesten voor de huwelijken van zijn dochters te organiseren. De schuur werd schoongemaakt. Van appelkisten maakte hij een podium. De muren werden bekleed met dekzeilen (gehuurd bij een bedrijf op de Neude). Daar werden de slingers op bevestigd. Bij van Zon uit Zeist werd de drank gekocht en glazen, stoelen en tafels geleend. Als kers op de taart live-muziek van accordeonist Koos van Oord ! Op het podium voerden de kinderen toneelstukjes op voor bruid en bruidegom.
Tegen het eind van zijn leven bezat hij panden aan de Meent en de Zeisterweg, waarin sommigen van zijn kinderen woonden, had hij een transportbedrijf en waren zijn zoons naast het ouderlijk huis een Daf-garage (later Volvo) begonnen.
Coba en Dorus trouwden in de eerste wereldoorlog. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak hadden ze elf kinderen. Geen gemakkelijke tijden ! Maar ondanks twee wereldoorlogen heeft Dorus zich met hard werken en een flink portie lef opgewerkt van arbeider tot succesvol middenstander. Een van de belangrijkste ondernemers van zijn tijd in Odijk !
Dorus is een gelovig man. Bid en werk is zijn levensmotto. Hij is een man van diep overtuigd geloof. Trots loopt hij, als het even kan met zijn hele gezin, op zondag naar de kerk in Bunnik. Zijn wekelijkse uitje is de repetitie met het kerkkoor. Als het werk het maar even toe liet zong hij mee bij huwelijk- en begrafenismissen. Vaak ging hij dan ook even bij zijn dochter Trees langs. Zij bewaarde groenteafval voor het varken ........ twee keer per jaar werd er een varken geslacht !
Zijn grote wens was een keer Rome te bezoeken. Dat werd financieel mogelijk toen hij AOW kreeg. Samen met oma maakte hij ,waarschijnlijk in 1958, deze onvergetelijke reis. In deze week woonden mijn ouders, Thea en ik in hun huis. Zo kon de benzinepomp op de Meent gewoon open blijven !
Samen met andere dorpsbewoners zette hij zich actief in voor de bouw van een katholieke kerk met pastorie in Odijk. In 1946 werd door enkele inwoners van Odijk de Stichting Fonds Parochie Odijk opgericht. Dit zeer tegen de zin van de toenmalige pastoor van Bunnik en de Bisschop van Utrecht. Met allerlei acties (van kaartavonden tot toneelvoorstellingen) werd geld ingezameld. In 1952 schonk Odijkenaar Thomas Edelbroek 1,5 ha grond met als bepaling dat daarop een kerk met pastorie moest worden gebouwd. Thomas was uitbater van het Wapen van Odijk en had geen kinderen.
Intussen waren de plannen uitgebreid : de stichting wilde ook een katholieke kleuter- en lagere school bouwen. In 1957 startte de kleuterschool en in 1962 de katholieke lagere school. Op het feest van de H. Nicolaas (patroon van de reizigers), 6 december 1963, vond de eerste steenlegging van de kerk plaats.
Helaas heeft opa dit niet mogen meemaken. Hij overleed, na een ziekbed van slechts twee weken, op 11 augustus 1960 in het Antoniusziekenhuis (toen nog in de stad Utrecht) en werd 13 augustus begraven op het r.k. kerkhof in Bunnik.
"Zijn overlijden was het ergst wat ik tot dan toe in mijn leven had meegemaakt. Toen maanden na zijn dood een man aanbelde bij de voordeur en zijn naam noemde, brak ik nog" aldus mijn moeder. Dat kan ik me nog levendig herinneren : ik stond erbij.......
Op 5 september 1964 was de inwijding van de kerk en de installatie van pastoor Bary door kardinaal Alfrink. Pastoor Bary was een modern denkend mens die openstond voor vernieuwing in de kerk en het kerkgebouw. Hem stond een soort kerkmotel voor ogen. Een rustplaats inclusief garderobe, plantenbakken, volière en aquarium. Niet alleen het oor maar alle zintuigen moesten worden geprikkeld. Ook zijn opvolgers, waaronder Gerard Claassen (die Jan en mij voor de kerk trouwde op 9 november 1974), hebben hun steentje bijgedragen aan het levendig houden van de kerk.
Sinds 1 januari 2014 is er een samenwerkingsverband met kerken van de omliggende gemeenten.
In de jaren 70 gingen veel stedelingen uit Utrecht wonen in dorpen in de omgeving zoals Odijk, Bunnik en Houten. Odijk moest mensen opvangen die in Utrecht geen betaalbaar huis konden vinden.
In Odijk maakten tot dan toe de arbeiders en de middenstand de dienst uit. De KVP voerde jarenlang de boventoon in de gemeenteraad. De nieuwkomers hadden vaak gestudeerd en progressieve idealen. De invasie van Utrechters naar Odijk bracht in het dorp een cultuurschok en tweespalt teweeg. De nieuwelingen liepen over van linkse experimenten : vrijheid-blijheid, zelfontplooiing, anti-autoritair opvoeden, naaktlopen aan het Henschotermeer en partnerruil. Het was een cultuurkloof die de Odijkers in tien eeuwen dorpsgeschiedenis niet eerder hadden meegemaakt. Botsingen met 'echte' Odijkers bleven dan ook niet uit. Er ontstond zelfs een soort schoolstrijd. De import had kritiek op de traditionele manier van lesgeven en stuurde hun kinderen naar de openbare school (opgericht 1966) of naar de Montessorischool en Vrije School buiten het dorp.
Twee progressieve bewoners waren Dolf Coppes, ex-priester en Tweede-Kamerlid voor de PPR en PvdA-er Piet Reckman, ook wel 'de Lenin van Odijk' en 'de Pietje Bel van de PvdA' genoemd. Hij was mede-oprichter van de Stichting Korrelatie die een tijdlang in Odijk gevestigd was. Reckman torpedeerde in 1977 met een motie de onderhandelingen tussen PvdA en CDA, waardoor het tweede kabinet Den Uyl ondanks de gigantische verkiezingswinst er nooit meer zou komen. Wellicht een van de weinige acties die de conservatieve Odijkers hem in dank hebben afgenomen !
Reckman begon de oecumenische actiegemeenschap Sjaloom, waar discussies over kerkelijke en maatschappelijke vernieuwing werden gevoerd. Het werd een soort buurthuis voor de linkse beweging, waar ook geregeld landelijke linkse kopstukken aanschoven.
Door individualisering viel de linkse beweging langzaam uiteen. Mede door verhuizingen en uitbreiding met nieuwe wijken is Odijk inmiddels weer een rustig forensendorp.
Bronnen :
* Het begon met Vechten door Cees Dekker,1976
* https://nicolaaskerk.nl/geschiedenis
* https://www.historischnieuwsblad/odijk
* https://reliwiki.nl
Boven : de woning van het gezin de Klein op de Meent nr 20 in Odijk. Zij bewoonden met zijn dertienen het voorste gedeelte, de familie Edelbroek en later de familie van Beek het achterste. De jongens en de meisjes sliepen gezamenlijk op de open zolder; opa en oma sliepen in een kamertje beneden. Achter het kleine raampje in de schuur was de wc.
Onder de hele woonkamer maakte Dorus een kelder zo groot en hoog dat je er in kon staan.
Ideaal voor de weckflessen en opslag uit de grote groentetuin.
Op oudere foto's heeft het huis een wolfseind en een rieten kap. Opa trok de nok door om meer ruimte boven te krijgen. De naam Ons Genoegen maakte hij zelf op de gevel. Wat was hij trots op zijn huis !
Geboorteaangifte Theodorus de Klein
Ongesigneerde tekening van de Meent, vermoedelijk 1760
Tegen het einde van de middeleeuwen werden aan de huidige Meent huizen gebouwd en dan nog vooral illegaal. De middeleeuwse Odijkse hof heeft waarschijnlijk bij de huidige boerderij het Burgje aan de Burgweg gelegen.
Fanfare Constantia, 1923
Staand vijjfde van rechts met pet, Bart de Klein, broer van opa
Kersentijd ! Een van de mensen die voor opa in de pluktijd werkte was de berenboer. De man ging met een mannetjesvarken, een beer, de boeren af om de zeugen te laten dekken.
Hij was een actief bestuurslid van de Oranjeverening en deed graag mee met de spelletjes bij de Oranjefeesten !
Opa leert Thea lopen, 1957
Maak jouw eigen website met JouwWeb