De koloniën
Weldadigheid, Gods beeld,
praalt dan eerst rijk en schoon,
als de armoe 't loon geniet van eigen vlijtbetoon :
voor haar blijft, welk een glans het goud ook om zich spreidt,
de groote weldaad werk en nutte werkzaamheid.
Maatschappij van Weldadigheid
De nominatie om op de werelderfgoedlijst van de Unesco te komen is afgekeurd. Het dossier moet aangepast worden. Nieuwe kansen in 2019....
Jacobus Paulus Verra (1785-1857), gelinkt aan de tak van Haastrecht uit Leiden, behoorde tot een groep van 38 Leidenaars, die als een van de eersten aankwamen in Wilhelminaoord.
Hij vertrok met zijn vrouw Christina Elisabeth Ko(o)reman (geboren 1786 in Rotterdam) en hun zeven kinderen in juli 1821 naar hoeve nummer 35. Daar werden nog zes kinderen geboren.
Een derde van de bevolking van Nederland leeft in deze tijd van de bedeling. Oud-officier Johannes van den Bosch (in 1830 en 1831 gouverneur-generaal in Nederlands-Indië) stichtte rond 1818 koloniën om verpauperde gezinnen uit het westen van het land de kans te geven een nieuw bestaan op te bouwen.
Per schuit werden de armen, die vrijwillig voor het koloniebestaan hadden gekozen, over de Zuiderzee naar Steenwijk vervoerd. Daarna werden ze met paard en wagen naar de kolonie gebracht.
De kolonisten kregen een woning met een hectare grond. Er werd voorzien in hun onderhoud; er was geneeskundige hulp en onderwijs. Door giften van rijke landgenoten konden de leefomstandigheden van deze kansarme mensen aanzienlijk verbeterd worden. De kroonprins van Oranje, de latere koning Willem II, betaalde de bouw van de school en de onderwijzerswoning. De kosten waren 1400 gulden. Uit kolonies I en II ontstond het dorp Frederiksoord; uit kolonies III en IV Wilhelminaoord. Andere dorpen die gesticht werden waren Willemsoord en Boschoord.
Het optimisme van Johan van den Bosch werd echter snel getemperd door de realiteit :
Een voorname zwarigheid zoude gelegen zijn inde physieke en zedelijke ongeschiktheid der personen welke men tot deze veldarbeid wilde gebruiken.
Al na een paar jaar kwam de Maatschappij in geldproblemen en werd uiteindelijk in 1859 door de overheid overgenomen.
Het regiem van de Maatschappij was streng. Kinderen gingen vanaf 6 jaar zes dagen per week naar school. Willemsoord had naast een lagere school meer opleidingen. Er waren een naai-en breischool, een tekenschool en een bos-en landbouwopleiding. De jeugd kon opgeleid worden in verschillende soorten nijverheid : er was een zakkenweverij, touwbaan, timmerwinkel en verfwinkel. De maatschappij bezat in de directe omgeving drie boerderijen, een stoomzuivelfabriek en een ontromingsfabriek waar de leerlingen in de praktijk konden oefenen. Het verplichte kerkbezoek was een uitje, maar ook een verplichting. Wie niet ging kreeg twee dubbeltjes boete.
Tip : In "Dagboek van een voettocht" beschrijft Jacob van Lennep een tocht die hij in 1823 samen met zijn vriend Dirk van Hogendorp maakte door o.a. Drenthe. Het geeft een gedetailleerde inkijk in de tijd van toen.
Christina Elisabeth Verra-Kooreman overleed in 1846 in Frederiksoord.
Bronnen :
* www.plaatsengids.nl/koloniën-van-weldadigheid
* http:s//www.drentsarchief.nl
* https://nl.wikepedia.org/wiki/Maatschappij_van_ Weldadigheid
* https://www.canonsociaalwerk.eu/nl/
* https://www.allekolonisten.nl
* https://www.hetpauperparadijs.nl
* www.schackmann.nl
Boven : de Meent in Odijk, woonhuis en schuur, daarnaast de woning van politieagent Hofland en de Openbare Lagere School, rond 1900
Jacob en Christina vermeld in de boeken van de Maatschappij der Weldadigheid in 1828 met 10 kinderen. Dirk (1814-1817), Sara (1817-1827) en Maria (1822-1829) zijn overleden. Dirk wordt geboren in 1830. Veertien kinderen in 20 jaar......
Terwijl de mannen het zware veldwerk deden om het land te ontginnen, gingen de vrouwen en kinderen spinnen en weven.
Wandkaart van de plattegrond van Frederiksoord, 1875 - 1899
Maak jouw eigen website met JouwWeb